zaterdag 3 augustus 2013

Moll Evert




Impressionistisch werk 23x30cm van Evert Moll.  Het is een havenzicht.  Olie op doek.

Evert Moll werd 15 december 1878 in Voorburg geboren en overleed op 10 mei 1955 in Den Haag. Hij woonde en werkte tussen 1895 tot 1930 in Voorburg, Londen, Parijs, Den Haag, en Rotterdam. Hij vestigde zich vervolgens in Den Haag. Daar kreeg hij raadgevingen van Willen Maris en vormde zich verder zelf. Hij werkte veel in opdracht van kunsthandelaren in de Verenigde Staten en in Canada. Schilderde landschappen, maar vooral rivier, zee- en havengezichten en in zijn laatste jaren ook stillevens. Werk van Evert Moll bevindt zich o.a. in de Rijkscollectie, het Zuiderzeemuseum en het museum Boymans-van Beuningen.
Evert Moll was geen hemelbestormer en geen kunstenaar met een onverzadigbare vernieuwingsdrang. Nieuwe ontwikkelingen gingen schijnbaar onopgemerkt aan hem voorbij. Hij bleef trouw aan zich zelf en aan de beginselen van de Haagse School. 
Evert Moll is vooral bekend van zijn ruim duizend havengezichten. Bijster veel is er van deze schilder niet bekend. Wel, dat hij graag en vaak vertoefde in de Rotterdamse haven. Het reilen en zeilen in een haven,de drukte en de traagheid van de kolossale zeeschepen boeiden hem mateloos. Hij hield van de geur van het water, de stookolie en de wind. Evert Moll was meer dan een schilder van havengezichten. Ruim de helft van zijn totale oeuvre bestaat uit landschappen, stadsgezichten en bloemstillevens. Ook als Moll landschappen en stadsgezichten schilderde, kon hij het niet laten om veel water te schilderen. Veel van zijn landschappen zijn geschilderd vanaf of met uitzicht op het water.
Evert Moll, geboren in Voorburg en praktisch zijn hele leven wonend in een wijde cirkel tussen Den Haag en Rotterdam is autodidact. Van jongs af aan is hij bevriend met Albert Roelofs, de zoon van de beroemde Haagse School schilder Willem Roelofs. In huize Roelofs komt hij in aanraking met kunstenaars die rond de eeuwwisseling het kunstklimaat in Nederland bepaalden. Moll kon het zich aanvankelijk veroorloven te schilderen wat hij wilde. Hij leidt dan ook een relatief zorgeloos leven, totdat zijn vader in 1908 failliet wordt verklaard. Dan wordt het flink aanpoten om in zijn levensonderhoud te voorzien. 
Dat Moll zijn levenlang trouw bleef aan de principes van de Haagse School, betekent niet dat hij geen ontwikkeling doormaakte. Naarmate hij ouder werd, maakten zijn aanvankelijke sobere kleurgebruik en brede penseelstreken plaats voor rijker en gevarieerder kleuren en een fijnere verftoets. Moll schilderde vooral buiten. Met zijn klapstoel en het papier op schoot zat hij aan de waterkant. Veel van zijn werken zijn van hetzelfde formaat: 19 bij 31 centimeter. Dit is precies het formaat van zijn schilderskist die hij als ‘onderzetter” gebruikte. Deze paneeltjes dienden vaak als voorbeeld voor de grotere werken die in zijn atelier ontstonden. 
De havengezichten van Moll laten zich lezen als een geschiedenisboek. Zo legt hij aan het begin van de 20e eeuw de maritieme ontwikkeling vast. Hoe de havens uitdijen, de schepen groter worden en de zeilschepen het veldruimen voor motorschepen. 
Later kreeg hij een drankprobleem waardoor hij seriematig kwalitatief minder werk ging vervaardigen





uit "Het Vaderland" 15-12-1938
te koop op Catawiki (23-10-15)






















































Molen De Haas nabij Den Haag








Drukte in de Maashaven 9x11cm
















































https://www.1stdibs.com/art/paintings/landscape-paintings/moll-evert-view-scheveningen-harbour/id-a_104216/





















































Haven van Menton









Schets te koop op Catawiki feb 2015





























































































































































waterverfwerk









































































From Talpa #35, 1 june 1949: 

De kunstschilder Evert Moll, een der oudste leden van Pulchri, vierde 15 December 1948 zijn 70sten verjaardag. Reeds sedert zijn 15e jaar werkte hij ernstig en ontwikkelde zich als autodidact tot een gezocht schilder van riviergezichten, haventafreelen, landschap en portret. (St. Velp.)
----
The painter Evert Moll, one of the oldest members of Pulchri fourth 15 December 1948 are 70sten birthday. Already since his 15th year he worked seriously and developed as a self-taught painter sought from river views, haventafreelen, landscape and portrait. (St. Velp.)

Uit Verleden, het Heden #11 1 Jan 1934
Waar de rubriek „Memorandum" van ons periodiek niet enkel de levensbeschrijvingen van overleden naamdragers bevatten wil, is het de Redactie hoogst aangenaam, een biografisch essay te hebben kunnen samenstellen over den bekenden kunstschilder en het nieuwe Lid van onze Vereeniging, den Heer Evert Moll.
Vooraf zij uitdrukkelijk dank gebracht aan den Heer Bernard Canter, die de op Zondag 11 Febr. 1934 voor de Avro gehouden causerie over Evert Moll welwillend aan ons afstond, aan de Avro zelf voor haar vergunning, die te plaatsen en last not least aan den heer Moll, die ons meer materiaal over hem verschafte.
Evert Moll werd geboren op 15 December 1878 te Voorburg, als zoon van Evert Moll en Maria Elisabeth Wilhelmina Sara Nieuwenhuysen en behoort genealogisch tot den Stam Velp.
Zijn vader, die agent was van verzekeringmaatschappijen, was zeer gefortuneerd en in de deftige woning te Voorburg ontbrak het den jongen Moll aan niets. Reeds als kind van 5 jaar hield hij veel van teekenen en verbaasde door zijn aanleg en kleurgevoel. Gaarne hadden zijn ouders gezien, dat hij architect zou worden. Maar Evert wilde kunstschilder worden en niets anders.
In zijn jeugd trok de sport hem zeer aan en op de antieke hooge velocipède heeft hij als amateur-wielrenner menigen prijs behaald, tot hij bij een wegwedstrijd kwam te vallen en daarin de waarschuwing van het lot begreep.
In den Haag maakte hij kennis met de grootste schilders, de Marissen, Mesdag, Willem Roelofs Sr., Tholen en anderen en leerde veel van hen.
Toch had Moll reeds vroeg blijk gegeven van een sterk gevoel van zelfcritiek.
Reeds in 1900, dus op 22 j. leeftijd, werd hij tot werkend lid van het schildersgenootschap „Pulchri Studio" te den Haag aangenomen, in een tijd, toen men daartoe meer eischte dan tegenwoordig.
Daarna ging Moll naar Londen, om er in de musea de groote meesters te bestudeeren en zijn algemeene en bijzondere vorming te voltooien.
De impressionistische richting in de schilderkunst deed haar sterken invloed op hem gelden. In Londen beleefde hij een gelukkigen tijd: hij leerde in de Londensche schilderswijk Chelsea veel jongere en oudere Engelsche schilders kennen, werd tot Lid van de Chelsea Art club toegelaten, tot Lid van de International Pastei Society en hield met de gravin Theodora Glerchen, een nicht van Koning Edward VII, een tentoonstelling in de Royal Watercolour Society.
Evert Moll heeft den Britschen Koning eenige malen op het atelier van de gravin ontmoet en mocht als andere schilders van gedachten wisselen over de problemen der schilderskunst met dien koninklijken kunstvriend.
Daarna ging Moll naar Parijs, schilderde de Seine, St. Cloud, Meudon. Zijn behoefte aan gepassioneerde kleuren-weelde bevredigde hij aan de kusten van de Riviera: Nice, Monaco, Menton, de Cote d’Azur, etc. -
Wanneer hij terugkeert, vestigt hij zich in Dordrecht. Ook daar trok hem vooral het leven op de rivier aan, maar nu schilderde hij ook stadsgezichten. Te Dordrecht maakte hij kennis met den directeur van het schilderijen-museum te Toledo (in Ohio), die hem uitnoodigde, mede te gaan en in Amerika een aantal groote tentoonstellingen van zijn werken te gaan houden. Maar Moll bedankte. Zijn ,,Amerika" lag elders. Hij had de Maas voor Rotterdam „ontdekt" en die te schilderen bij alle weersgesteldheden, bij zonneschijn of op dreigende dagen, in de vergulde dagen van den mid-zomer en in de stille strakheid van den winter, trok hem meer aan dan een reis over den Oceaan.
Maar ook, een plotselinge omkeer was in zijn leven gekomen. Een ramp, die de familie trof, had zijn leven van gentleman-schilder te Londen en Parijs veranderd in dat van den voor zijn bestaan werkenden mensch. Toch is Evert Moll er in geslaagd, zich schitterend als kunstenaar te handhaven. Want moge hij al de geboren schilder zijn, en zou hij in elk ander vak mislukking hebben ervaren, in hem is de artist met den nijveren arbeider vereenigd! -
Want hard heeft hij gewerkt en nog kan hij niet zonder arbeid.
Wat heeft hij véél geschilderd! Voor ons ligt een catalogus van een door hem gehouden tentoonstelling te Rotterdam in 1918 en niet minder dan 100 schilderijen zijn alleen hier vermeld en op ieder gebied: rivier- en havengezichten, bloemen, stillevens, stadsgezichten uit Rotterdam, Amsterdam, Enkhuizen, Dordrecht, Woubrugge, aan den Ouden Rijn, aquarellen, zeegezichten, panorama’s, enz. -
En de critieken van Engelsche groote bladen van 1906 o.a. vermelden zijn tentoonstellingen in de Gallery van de Royal Society of Painters van gezichten op de Theems en Wight, van Cannonstreet-station, van een fabriek te Hammersmith.
Een critiek van Cornelis Veth naar aanleiding van een tentoonstelling van Evert Moll in 1928 in den Haag, noemt de vele gezichten op de Riviera.
Uit enkele van die critieken zij het ons vergund te citeeren, waar van Evert Moll geroemd wordt: „zijn groote gave", zijn „mooie oorspronkelijkheid , zijn „persoonlijke onafhankelijke kijk op de natuur", zijn „zuivere landschappen, bewonderenswaardig door hun fijnheid van kleur en ijlheid van de atmosfeer", zijn „schoone manier van behandeling", zijn „uitermate complete technische behandeling", hij is „meester van wolkeffecten". -
Moll heeft een zeer eigenaardige wijze, om een schilderij op te zetten. Hij bekijkt eerst goed zijn onderwerp in de natuur, bepeinst het daarna, en vangt dan aan op het blanke vlak van papier, doek of paneel schijnbaar willekeurig een paar punten te zetten, die hij als in droom langzaam met het penseel uitbreidt. Zoo zoekt hij het inspiratieve oogenblik.
Moll werkt gaarne aan de havens te Rotterdam. Maar die hem op zijn atelier bezoekt, bemerkt, dat hij toch niet alleen havengezichten schildert. Tegenwoordig houdt hij er van, de duinen m te trekken, om daar te schetsen en te teekenen, of hij gaat naar Meyendal en zoekt er een brok natuur, dat hem inspireert.
Veel ervaringen heeft Evert Moll opgedaan, als hij aan de havens zat te schilderen, omgeven door bewonderende, maar ook critiseerende bootwerkers en opgeschoten jeugd. Eens zei een criticus van de walkant, die geduldig had toegezien naar het ontstaan van het schilderij op het doek: „Dat is wel aardig, wat je er van terecht gebracht hebt, maar je moest eens zien, wat Evert Moll er van maakt; dat is nog heel wat anders, vader."
„Evert Moll? Die ben ik zelf," De waterkant-criticus bleef een tijd zwijgen, wachtte, op een blaadje tabak kauwend tot het schilderij voltooid was, sloeg toen Moll amicaal op den schouder en zei: „Het lijkt er wel op, maar het is het toch niet. Dat kunstje om je voor een ander uit te geven, heb jij niet uitgevonden, vader! Maar ik loop daar niet in." En men verliet het terrein der kunstbeschouwing, daar het tijd om te lossen voor zijn ploeg was geworden.
Maar van andere zijde was de critiek gelukkig minder streng. H. M. de Koningin-Moeder bracht eens een bezoek aan een tentoonstelling van leden van Pulchri Studio en zooals zij gewend was, bekeek zij alle schilderijen zeer aandachtig. Voor een werk van Moll gekomen, zeide zij bewonderend: „Wat is dat een echte, mooie, fijne Moll". „Dat werk wil ik hebben". Het bleek echter reeds verkocht te zijn. Later heeft H. M, echter toch een doek van Evert Moll aangekocht. En er zijn schilderijen van Moll in Nederlandsche en buitenlandsche musea, vrijwel over de geheele wereld verspreid. -
De „Avro" gaf aan een werk van Evert Moll een plaats tusschen de twaalf schilders van dit jaar.
„Laat ons", zei Bernard Canter, „in deze tijden bedenken, dat de kunst niet om brood moet gaan, maar dat ook kunst behoort tot het geestelijk brood van het leven."
En laten wij voor Evert Moll de hartelijk gemeende wensch uitspreken, dat hem vergund moge zijn, nog lange jaren aan de illusie van het leven de kracht te ontleenen, om altijd met nieuwen moed voort te werken!
(DE RED.) bron http://www.boldts.net/gramps/ppl/9/0/c55b1d12bc83599730b6f844c09.shtml

Geen opmerkingen:

Een reactie posten